Slagingscriteria
Filmpjes (A brevet)
Verloop brevetafname
ALGEMEEN
De rijvaardigheidsproef is een leidraad en geen strikte proef.
Via de opgelegde oefeningen worden de eindtermen getoetst.
DRESSUUR
*Ruiters wenden af op middellijn met paard aan de hand, stijgen op en nemen linker- of rechterhand.
leiden van paard aan de hand; stilstaan met paard en voorbereiden om op te stijgen
opstijgen = ACCENT
- paard staat stil
- teugels op maat
- paard kijkt recht
- li hand op manenkam
- re hand aan de achterboom
- stijgbeugels aannemen zonder te kijken
OPMERKING: Met hulp (kleine ruiter met groot paard) kan nog de helft behaald worden.
NIET SLAGEN =
- paard loslaten
*Oefeningen in stap: de ruiters rijden achter elkaar een diagonaal of een cirkel en individueel een volte halve baan en/of door een S van hand veranderen.
ALGEMEEN: De oefening bestaat eruit dat de ruiters gezamenlijk en individueel de opgelegde oefeningen op commando uitvoeren.
ACCENT = sturen en niet storen
- correcte vorm van de figuren
- ritme behouden
- paard niet storen
- correct gebruik van de hulpen
- houding
Stelling is niet belangrijk
NIET SLAGEN =- Figuren niet kunnen uitvoeren
*Oefeningen in draf (lichtrijden): diagonalen, cirkels,afwenden op korte of lange zijde.
AANDACHTSPUNTEN:
ACCENT =
- constant op buitenbeen draven
- niet storen in de mond
- correcte houding benaderen
- controle
- in het ritme van de beweging blijven
NIET SLAGEN = als aan 1 van volgende onderdelen niet wordt voldaan:
- onzeker zijn of geen notie hebben van lichtrijden op het buitenbeen
- geen notie hebben hoe van been veranderen of wat is van been veranderen
- teugels nodig om evenwicht te bewaren.
*Oefening in draf: de ruiters zitten max. één hoefslagronde door.
ACCENT = onafhankelijk kunnen zitten
- niet storen met zit en handen
- op hoefslag blijven
- ritme behouden
NIET SLAGEN =
- storen met zit en handen, zeker als dit het gevolg is van te weinig evenwicht
- niet op de hoefslag blijven
*Oefeningen in galop: individueel aangalopperen vanuit draf in een wending. Het maken van een cirkel in de juiste galop. Daarna aansluiten bij de andere ruiters.
AANDACHTSPUNTEN:
- aanspringen in galop en niet storen (onafhankelijke zit)
- niet versnellen
- onmiddellijk het tempo controleren
- juiste galop
- correcte houding
- cirkel met de juiste afmetingen
- rustig aansluiten bij groep
NIET SLAGEN =
- storen met zit en handen
- niet in galop geraken
- verkeerde galop en niet bewust
*Oefeningen in galop: op de andere hand aangalopperen,vanuit draf doorzitten. Het maken van een cirkel in de juiste galop. Het maken van een progressieve overgang naar draf,stap en halt.
ACCENT = controle
- doorzitten voor het aanspringen in galop en niet storen (onafhankelijke zit)
- niet versnellen
- onmiddellijk het tempo controleren
- juiste galop
- correcte houding
- cirkel met de juiste afmetingen
- progressieve overgang kunnen maken naar draf, stap en halt op het moment en op de plaats die de jury aangeeft.
- juiste hulpgeving
NIET SLAGEN =
- cirkel niet kunnen rijden
- geen controle
- cirkel niet correct gereden
- in draf vallen en niet herstellen
- geen controle bij de overgangen/brutale overgang
- overgangen niet op de afgesproken plaats maken
-Gedragingen als ruiter, verzorging van het paard,onderhoud en zorg materiaal, kledij, omgang, zelfbeheersing, doorzettingsvermogen,
- algemene prestatie.
ACCENT = zelfbeheersing
- voorkomen
- doorzettingsvermogen
OPMERKING: Als jury hier ter plaatse tijdens de proclamatie duidelijk op wijzen indien de ruiter hier in faalt.
Ruiters wenden af en stijgen af.
ACCENT = stilstaan
- twee mogelijkheden om af te stijgen (zie boek ruiterbrevetten)
NIET SLAGEN =
- niet stil staan tijdens afstijgen
- paard loslaten
SPRINGEN:
frontbreedte hindernissen: min 3 m – oxer: even breed als hoog 3 hindernissen, één uit draf met drafbalk, 2 uit galop met voetbalk 3 sprongen: 1 in draf, 2 in galop
Tonen dat de verlichte zit beheerst wordt.
ALGEMEEN:
De ruiters de mogelijkheid geven om hun stijgbeugels aan te passen.
ACCENT = zitvlak uit het zadel
= niet storen
- evenwicht behouden
- hielen laagste punt
- teugels in contact
NIET SLAGEN =
- zitvlak niet uit het zadel
- storen
BELANGRIJK:
De springoefening stilleggen indien de veiligheid van de ruiter in het gedrang komt. VEILIGHEID STAAT CENTRAAL!
In draf een rechte met drafbalk.
ACCENT = niet storen in de mond of in de rug van het paard.
NIET SLAGEN =
- storen in de mond of in de rug van het paard
- geen controle
Twee sprongen (rechte en oxer) uit galop.
ACCENT = controle
NIET SLAGEN =
- niet in galop
- niet mee zijn in galop
- storen
ALGEMEEN:
Indien verkeerde galop mag de ruiter een cirkel maken om te herstellen. De sprong moet vanuit de juiste galop genomen worden.
WAT BETREFT WEIGERINGEN:
- indien het weigeren schuld is van ruiter kan de ruiter niet slagen
Vb.: stuurfout, voorbij denkbeeldige lijn rijden.
- 3 weigeringen over het ganse parcours = NIET SLAGEN
- Uitbreken (= gebrek aan controle) is een zwaardere fout dan weigeren voor de hindernis
- Indien de ruiter hulp nodig heeft om te kunnen springen vb. balk lager of naast de hindernis staan = NIET SLAGEN
OPMERKING:
- Voltes om te herstellen worden niet als weigering gezien. Het is toegestaan om voor een hindernis een cirkel te rijden.
WAT BETREFT VAL:- 1eval: als de ruiter opnieuw de hindernis kan rijden kan hij/zij nog slagen
- 2de val: stoppen met de oefening = NIET SLAGEN
Het boek kost 15 euro +4 euro (adm. en verz. kosten).
Om het boek te bestellen, stort je het juiste bedrag
(= 19eur) op de rekening van VLP
(IBAN: BE06 4410 6333 8122 en BIC KREDBEBB)
met duidelijke vermelding van NAAM, VOORNAAM, ADRES (waarheen het boek verzonden mag worden) en
BOEK RUITERBREVETTEN en het adres waarnaar het boek mag worden opgestuurd.
Het boek wordt, na ontvangst van betaling, binnen de 5 werkdagen verzonden naar het correspondentieadres.